Vooral de eerste trainingen in de lente bij warm weer gaan misschien wat minder plezierig, omdat je lichaam niet is gewend aan warme omstandigheden. Het lichaam past zich vrij snel aan. Zo gaan de huidporiën na een aantal trainingen een stuk gemakkelijker open. Doe het daarom bij de eerste warme lentedagen gewoon wat rustiger aan. In de zomer bij temperaturen rond de 25 ° Celsius is het verstandig langzamer en korter te trainen en meer te drinken voor en na de training. Hardlopen bij 28 ° Celsius en hoger is onverstandig.
Bij felle zon is een zonnebril heel nuttig.
In het algemeen wordt aangeraden om minstens anderhalve liter per dag te drinken. Sporters moeten meer drinken. Tijdens een zware training of op een warme dag kan het vochtverlies oplopen tot een liter per uur. Bij een vochtverlies van 2% van het lichaamsgewicht (dat is 1,5 liter voor iemand van 75 kg) gaat het prestatievermogen duidelijke achteruit. Drink daarom voor, tijdens (per kwartier 150-250 ml) en na het sporten voldoende. Meer drinken dan een liter per uur heeft geen zin omdat je lichaam niet meer vocht kan verwerken. Voor meer info: Vochtverlies bepalen.
Als je minstens een liter lichtgele urine (dus niet donkergeel) per dag produceert en geen moeite hebt met de stoelgang mag je aannemen dat je voldoende gedronken hebt. Dorst tijdens wedstrijden is een slechte raadgever. Het dorstgevoel ontstaat pas wanneer er al een vochttekort in de weefsels optreedt. Aanvulling tijdens de prestatie komt te laat.
Draag bij warme omstandigheden dunnere en luchtigere sportkleding (bijvoorbeeld een singlet). Deze ventileert goed, zodat je lichaam de warmte gemakkelijk kwijt kan. Gebruik geen katoenen t-shirt, omdat deze te veel vocht opneemt. Bij niet al te warm weer kan je ook gebruik maken van dun thermoshirt. Draag geen zwarte kleding, omdat deze warmte absorbeert. Gebruik dus zo veel mogelijk witte kleding. Bij felle zon is het handig om een Zonnebril te gebruiken.
Tijdens het hardlopen hartje zomer kan je hartslag tussen de 5 en 15 slagen hoger zijn dan normaal. Door de hogere temperatuur moet je lichaam meer warmte zien kwijt te raken. Door de doorbloeding van de huid te verbeteren kan je lichaam via zweet de warmte kwijt. Omdat er in deze situatie minder bloed beschikbaar is voor je spieren wordt je hartslag hoger, zodat de hoeveelheid bloed dat per minuut wordt rondgepompt gelijk blijft. Niet alleen de omgevingstemperatuur heeft invloed op je hartslag ook de luchtvochtigheid speelt een rol. Hoe hoger de luchtvochtigheid hoe slechter de afgifte van warmte via zweetproductie en hoe hoger je hartslag. Bij veel zweten wordt je hartslag tijdens de training hoger, omdat het bloed dikker wordt en daardoor het bloedvolume afneemt.