Met behulp van de Tussentijdentabellen kan je goed bepalen hoe hard je tijdens je wedstrijden moet lopen. Omdat je hartslag gekoppeld is aan je loopsnelheid kan je ook berekenen hoe hoog je hartslag moet zijn bij verschillende loopafstanden. Als extra controlemiddel kan je daarom ook gebruikmaken van een hartslagmeter.
Opgepast: Deze rekenmethode is het best toepasbaar voor lopers die rond de 15 km per uur lopen. Afhankelijk van je looptempo pas je de berekende hartslag enkele slagen naar beneden (voor de meeste lopers) of naar boven aan.
Tip: Vergeet vooral niet de hartslagmeter rekenmachines te bekijken. Bij desktop computers kunnen na het kiezen de hartslagwaarden worden veranderd met de scroll-knop of pijltjestoetsen.
Het voorbeeld is voor iemand met een anaërobe drempel van 175.
Wedstrijdafstand | ![]() |
|
5 km | 107% | 187 |
10 km | 103% | 180 |
15 km en 16.1 km | 100% | 175 |
20 km en 21.1 km | 98% | 172 |
25 km | 97% | 170 |
30 km | 95% | 166 |
42.2 km | 93% | 163 |
Het voorbeeld is voor iemand met een van maximale hartslag van 180.
Wedstrijdafstand | ![]() |
|
5 km | 97% | 175 |
10 km | 94% | 169 |
15 km en 16.1 km | 91% | 164 |
20 km en 21.1 km | 89% | 161 |
25 km | 88% | 159 |
30 km | 87% | 156 |
42.2 km | 85% | 152 |